Jolanda-en-Fred-naar-Tanzania.reismee.nl

Finale

Het is de laatste dag van deze bijzonder reis:

Frown

Gisteravond hebben we in de avondzon met lekker briesje nog 1 keer Keezenspel gespeeld. En Eindelijk, eindelijk, Marja en ik hebben zowaar 1 spel gewonnen van de mannen. Oh, oh, oh, wat hadden ze een lol met elkaar dat ze konden winnen van ons. Ze waren vreselijk, onuitstaanbaar. De verleiding om Fred onmiddellijk te verlaten was groot. Haha, duurde gelukkig maar kort.

In de avond was er een optreden van een flinke groep Masai krijgers. Heel bijzonder hoe zij elkaar telkens uitdaagden met gezang om het hoogst te springen. De Masai werken in Zanzibar voornamelijk in beveiliging. Er is dan een grote groep in dienst, maar zij regelen zelf alle werkzaamheden en wie wat doet. Degene die probeert om wat spullen te stelen heeft echt een groot probleem, want de Masai kom je echt niet voorbij.

Zojuist onze vertrektijden nagevraagd. Om zes uur vanavond staat de taxi klaar. We mogen de kamer tot vertrek aanhouden, dat is wel zo fijn. Even over negen uur een kleine vlucht van Zanzibar naar Dar es Salaam en rond elf uur vanavond terug naar Schiphol. Morgenochtend de bus in en dan zijn we weer thuis L

Vanochtend om kwart voor zes heb ik nog even rondgelopen om wat foto’s te maken in de vroege ochtend, dan is het licht nog niet zo hard. Mooie bloemen, met tegenlicht die ik als achtergrond kan gebruiken voor het fotoalbum. Sporen van krabbetjes en schelpdiertjes in het zand. Ik probeer nog een paar foto’s te plaatsen. Maar het internet is very slow. Het plaatsen van een foto duurt vaak meer dan 20 minuten en er is alleen internet bij de lobby. Het is natuurlijk niet zo leuk om daar iedere keer te zitten. Ik zit/lig liever op het strand.

Cool

Vanochtend kon ik nog mee met een culturele wandeling. Lijkt me heel erg leuk, maar vandaag staat er geen wind en het is weer bloody hot! Een wandeling in deze kokende hitte zie ik niet zitten. Rustig aan doen dus en kalmpjes nadenken wat er straks aan kleding moet worden aangetrokken. Het is veel te heet voor Hollandse kleding. Verder niets en alleen nog liggen op een strandbedje. In de schaduw is het prima uit te houden.

Bye!

Pole pole. Once- in-a-lifetime

10 maart

Pole Pole

De laatste hele dag van deze reis. Dus nog maximaal ervan genieten.

We worden om 8 uur in de ochtend opgehaald want vandaag gaan we nog een halve dag snorkelen bij een koraalrif bij het eilandje Pnemba. Dat is een eiland dat buiten de wetgeving van Tanzania, Bill Gates heeft het gekocht. Het ziet eruit als een paradijs. Maar om voet aan bodem te zetten moet je eerst flink je portemonnee opentrekken. De hele dag wordt gepatrouilleerd of er geen bootjes aanleggen.

Het is een flink eind rijden naar het vertrekpunt. Het eerste stuk is prima, wel met vreselijke drempels, maar het wordt steeds slechter en het laatste stuk is weer bekende hobbelweg. Marja is inmiddels zoooo zat van de hobbelwegen. Een aantal keren moeten we stoppen: om een paar liters brandstof te tanken en om fruit bij elkaar te sprokkelen. We komen aan een parelwit strand met allemaal dhows. We waden door het water naar een oude houten boot. Ziet er heel gammel uit, maar later blijkt dat het een prima boot is.

We varen eerst om Mwemba eiland heen. En dan zetten we koers richting de snorkelstek. Lekker relaxed snorkelen vandaag.

Maar in de verte worden dolfijnen gezien en ze komen steeds dichterbij. Op een gegeven moment zwemmen ze onder de boot door en we zien er een aantal springen.

We gaan er toch maar in. Het koraalrif kan wel wachten. Pole pole wordt tijdens het springen geroepen. Voorzicht aan!

Masker op en naar beneden kijken! Nou, wat we toen zagen was ongelooflijk. Een GIGANTISCHE groep. Ik ben bij 34 de tel kwijt geraakt. Simon kwam tot 47, maar zag dat er nog heel veel baby’s onder de moeders zwommen. Ontelbaar dus. Simon zwemt zelfs op een moment tussen de dolfijnen in. Het is fantastisch!

Je kunt ze natuurlijk niet bijhouden met zwemmen, dus gauw terug naar de boot. Flippers uit, trappetje op, masker af. Flippers weer aan, we zijn er geroutineerd in geworden. Fred is geen goede zwemmer en is daarom gestresst om te gaan snorkelen. Het gedoe met het masker en het snorkeltje vindt hij niks. We varen de dolfijnen achterna en we springen er weer in. Pole Pole! Rustig aan! In de haast spring ik erin zonder masker, dat zit nog ergens bovenop het hoofd. Gauw goed doen en naar beneden kijken. De groep is zo immens groot. Wat is dit fantastisch. In een ooghoek kijk ik rond waar ik ben en waar de boot is. Ik zie dat Fred er uiteindelijk ook in is gesprongen en wat geniet hij. Het is niet gemakkelijk om angsten te overwinnen. Dat heeft hij nu gedaan. Trots!!!

Daarna weer terug naar de boot en omhoog hijsen, de boot in.

En dan komen we met wat vertraging aan bij het koraal. We springen er weer in. Fred gaat weer mee en ik blijf bij hem. Het water is zo prachtig van kleur en kristalhelder. Onder ons zien we op 20 meter een aantal duikers. Heel veel vissen zijn er te zien. Het is nu een uurtje genieten. Pole pole! Rustig aan.

Na een tijdje komt onze begeleider ons oppikken en is het tijd rustig terug te gaan naar de boot. We krijgen nog wat banaan om de visjes te voeren. Erg leuk.

In de boot staat een enorme schaal met vers fruit klaar voor ons. Heerlijk vers. Mango, kokos, banaantjes, goddelijke ananas en watermeloen. Heel relaxed varen we weer terug naar het mooie strand. Vlak bij het instappen zit er een jongen vis te kaken. Hij bindt ze bij elkaar in een bosje en ze gaan met zand en al achterin de taxi. Kennelijk voor de chauffeur. Ik ben blij dat ze niet te ruiken zijn, ik zit achterin, want ik lust echt geen vis.

Rond kwart over twee zijn we weer terug en eten nog een heel klein hapje in het restaurant. Daarna de hele middag gerelaxed op een strandbedje. Het is gelukkig niet zo bloodyhot als de afgelopen weken. Er staat een flinke wind, lekker hoor.

Bij het snorkelen had ik een t-shirt aan en heel goed ingesmeerd, maar toch is de achterkant flink verbrand. De bilpartij heeft natuurlijk aardig wat drijfvermogen, maar was wel goed bedekt met het t-shirt. Je verbrandt gewoon door het water heen. Zelfs de benen zijn aan de achterkant bij allemaal, behalve Simon, verbrand, ondanks dat die onderwater zijn bij snorkelen, behalve tijdens het meezwemmen met de dolfijnen. Dat moet je even tempo maken.

Vier uur :lekker een koel wit wijntje op het mooie witte strand. En nagenieten en realiseren met zijn allen dat het meezwemmen met de immense school dolfijnen absoluut ‘ Once in a lifteime’ was.

Na het douchen proberen Marja en ik de mannen voor 1 keer te verslaan met het Keezenspel. Ze zijn werkelijk onuitstaanbaar, die twee mannen, als ze telkens winnen!

Ach, weer een zware dag.

Pole pole

Vermoeiende dag

Vermoeiende dag

6 uur op, genieten van de zonsopgang op het terras van het appartement

9 uur ontbijt

10.00 uur strandbedje

11.00 uur regenbuitje, relaxstoel in de jettybar

11.30 uur: verwondering over de schelpdiertjes en zeesterretjes

12.00 uur boekje lezen

13.30 uur: lunch

15:00 uur: hop on hop off naar privestrand 5 km verderop15:15 uur: De zee heeft wat koude onderstroom. Fred verwamrt de koude stroom. Jolanda zorgt voor de bubbels...

17:00 uur: douchje

18:00 uur: Keezenspelletje op het strand

20:00 uur: Avondeten

????????? Naar bed

Pfff het was weer een zware dag!

Rampvlucht

Het is weer haf zes opstaan e om zes uur ontbijt. We worden opgehaald voor een bushwalk. Een bosjesman gaat mee. Hij is helemaa ingesmeerd met grijzige klei en heeft alleen een lendendoek om. Wij hebben onze hoge stevige bergschoenen aan, maar hij loopt op zijn blote voeten. Hij draagt een speer en een soort van bijl. Ik schat hem ongeveer 20 jaar oud. Wat is hij gespierd en afgetraind! Er loopt ook nog een bewaker mee, met een honkbalknuppel als wapen. Ook loopt een Masai mee (just in case). Hopelijk hoeft hij zijn stok niet te werpen, want hij loenst verschrikkelijk. Ook gaat er nog een gids mee die alles wat de bosjesman ons vertelt in het Engels vertaalt

De bosjesman vertelt over de sporen van de dieren, over de planten en bomen. Hij draait in een blaadje wat olifantenpoep en steekt hem aan. Door het roken van de olifantenpoep inhaleert hij de geest en de kracht van de machtige olifant. Hij vertelt over de baobab. Er staat er hier eentje van zo een 800 jaar oud. Eerst bidt hij in stilte geknield bij de boom omdat de bosjesmannen deze boom als god aanbieden en ook offers brengen. En zoals hij daar, ingesmeerd met grijze klei , stillletjes verscholen staat tussen de voet van deze prachtige boom, weet je gewoon dat hij daar thuis hoort.

Als we weer teruglopen in het kamp gaan we direct onze bagage ophalen, want we worden gelijk opgehaald omdat we vandaag vliegen naar Zanzibar.

De airstrip is vlakbij. Als we met de jeep zijn aangekomen lopen er impala’s en bavianen. Er worden cheeta’s getraind om de landingsstrip vrij te kunnen houden van wild.

We gaan gauw in de schaduw staan want het is weer bloedheet. In de verte horen we onze Cessna ronkend aankomen. De piloot geeft ons allemaal een hand en gaat aan de slag met uitladen van de vorige vlucht en inladen.. Een deel van de bagage gaat onderin in het luik. Onze bagagekoffer wordt achterin gezet. Er zijn 5 passagiersstoelen. Er vliegt met ons ook een medewerkerster van het kamp mee. Ons gewicht wordt verdeeld: de lichtste moeten achterin en de zwaarste voorin. We moeten wel klauteren om erin te kunnen komen. Simon mag naast de piloot. Fred en Marja zitten achterin dubbelgevouwen. Ik zit in het midden denk ik nog het ‘ruimst’.

Dan gaan we onderweg. Het is een flinke herrie, we kunnen elkaar niet verstaan. Een beetje gerammel, maar het lijkt allemaal ok. Prachtig zoals we over de landingstrip vliegen en koers zetten naar Zanzibar. Totaal zal de vlucht ongeveer 1 uur en een kwartier duren. We zitten allemaal met onze neus op het raam geplakt en de camera’s klikken er weer op los. Langzaam gaan we naar 300, 400 meter. Na ongeveer een half uur vliegen we boven de Indische Oceaan en gaan we naar 500, 600 meter. De piloot brult in Simon’s oor dat het inmiddels regent in Zanzibar. Het is toch nog een flink stuk vliegen boven water. We vliegen steeds meer wolken in en het begint te regenen en te onweren.

Ik wordt nat… de ramen zijn hier en daar een beetje beschadigd en ik krijg flink wat waterspetters over me heen. Schijnt normaal te zijn in dit type vliegtuig. Nu begint het toch wel erg hard te regenen. Ik kijk mee waar we zijn op het navigatiescherm. We zijn boven Zanzibar. Dat zal niet meevallen om daar te landen. De piloot probeert rond te vliegen, maar ik zie op het schermpje dat we een andere kant opgaan en terugvliegen. Het begint nog harder te regenen. Het lijkt alsof de regen dwars door de ramen heen zal komen. De camera gaat in de tas van onze medepassagier, want het is behoorlijk nat op de plek waar ik zit. De piloot zit er nu niet meer zo relaxed bij . Hij moet flink aan het werk. Ik slaak een zicht van verlichting als hij onder de wolken doorkomt en heel even wat zicht heeft. We vliegen net weer boven land. Nog een stuk moet worden doorgevlogen in het slechte weer, zonder zicht. Dan zien we een landingsbaan. We stappen uit op een platform met allemaal Cessna’s en wachten een tijdje in de ‘ lounge’ tot het weer beter wordt. Ik had de vliegangst goed onder controle, maar tijdens het wachten moet ik wel flink mentaal aan de slag, want zometeen moet ik er weer in.

Hierna nooit meer in een Cessna: Met zijn drieen waren we flink benauwd in zwaar onweer boven zee. Alleen Simon was een bikkel en bleef koel!

Na anderhalf uur ongeveer is het opgeknapt en vliegen we zonder problemen in korte tijd naar Zanzibar. Het uitzicht is weer fantastisch. Maar voorlopig wil ik niet meer in een Cessna vliegen.

Onze vertraging was keurig gemeld door onze medepassagier aan het hotel voor de komende dagen en de transfer staat ons op te wachten. We kunnen gelijk verder. Er liggen erg diepe plassen overal van het noodweer van vanochtend.

Tijdens de vorige ritten in Zanzibar moesten we elke keer over een vreselijke stoffige, opgebroken weg. Huizen langs de kant die een paar meter aan de voorkant kwijt waren omdat met grof geweld door een machine de extra ingepikte meters waren gesloopt. Het duurde eindeloos llang. Maar de weg naar het volgende hotel was verrassend goed. We waren er vrij snel.

Dan komen we in ‘ Paradise Beach hotel’. Heel kleinschalig, prachtig en superdeluxe (voor Tanziaanse begrippen).

De bagage van Simon en Marja is drijfnat geworden. Alles, alles in de reistas die onderin het vliegtuig lag is doorweekt. Mijn camerareistas lag er ook in, maar die is wonder boven wonder bijna droog gebleven. Ze gaan gauw alles uithangen. Een deel van onze bagage is bij het vorige verblijf in Zanzibar achtergebleven en staat nu keurig klaar. Eindelijk weer schone kleren aan. Alles wat we de afgelopen dagen aanhadden hebben we of weggegooid of staat stijf van stof en zweet. Bah. Het is inmiddels bijna half drie en we lusten wel wat te eten. Het lunchbuffet is nog net open. Dat ziet er hier goed uit!

Er is hier ook weer een ‘ jetty bar’. Een houten open lounge op palen, met een bar, met luie zitjes en een trappetje, waar we zo de warme oceaan in lopen. Simon en Marja hebben zelf snorkelmaskers, maar er is hier niet veel te zien. Als we een bedje aan het strand hebben opgezocht betrekt de lucht en begint het te waaien. We gaan daarom maar wat douchen, opruimen en daarna een spelletje Keezen doen op het terras. Bij de lounge is wifi, dus we zijn weer in de bewoonde wereld. Tijdens het diner treedt een Tanzaniaanse dans- en zanggroep op en later zien we weer een groep rond het zwembad. Er is weer een steltloper bij. Achter onze stoelen ploft hij na het optreden neer en ik zie hoeveel pijn hij in zijn benen heeft na zijn optreden en hoe volledig uitgeput hij is.

Het is toch wel jammer dat we hier een nacht minder zullen zijn door de vergissing die in de datum is gemaakt We krijgen van de organisatie in het hotel een dhow excursie, De dhow zeilt naar de overkant (een lange landtong) en weer terug.

Maar we zouden toch ook nog wel wat willen snorkelen, dat gaat niet op de dhow. Daarom wordt het een privé snorkeltocht van een halve dag overmogen. Lang genoeg.

Het is de hoogste tijd om ons bedje op te zoeken. Ik ga nog even in mijn eentje terug naar de lounge om het internet op te kunnen pakken. Nog een paar berichtjes gelezen en daarna lekker slapen…

Terwijl ik dit verhaaltje zit te typen is het inmiddels ochtend, zes uur, de zon komt net op en het uitzicht op de oceaan en de dhows is prachtig. Even stilletjes genieten!

Spoorzoekertje

We hebben een feestje gebouwd gisteravond aan de bar: hahaha we lagen al om negen uur in bed. Doodmoe allemaal.

Vanmorgen om zes uur ontbijt en daarna vertrek in de safari-jeep. We hebben al een aantal safari’s achter de rug en niet veel puf in weer een safari. Daar lijkt het in het begin wel op, maar al gauw schiet de chauffeur van de weg en de rest vervolgt hij dwars door de natuur, van het pad af en soms over drooggevallen rivierbeddingen. Als er een jong boompje in de weg staat gaat hij er gewoon overheen. Soms lijkt het alsof de jeep omkantelt, maar het komt toch elke keer goed. Vaak blijft hij stilstaan om de sporen te controleren. Er is een vers spoor van een luipaard, maar hij wordt niet gevonden. Één keer zaten we vast in een modderige kuil en het was even flink maneuvreren om achterwaarts omhoog eruit te komen. Is allemaal goed gekomen.

Ik zie een hyena of een wilde hond oversteken en de chauffeur gaat als een razende het gebied stukje voor stukje uitpluizen. We volgen het spoor en we vinden ze, een grote troep wilde honden. De gids is verrukt, want wilde honden zijn moeilijk te vinden en ze zijn altijd aan het rennen. Hij legt uit dat deze zojuist hebben gegeten. Dat zie je aan de volle buik en de bloederige kop. Er zwermen zeker 50 tot 100 gieren rond. Overal zitten ze en ze komen overal vandaan. Ik wilde graag een hoognodige wildplaspauze aanvragen, maar besluit om maar even te wachten….

De chauffeur crosst dwars door het terrein naar de ‘kill’, een impalabok.

We zitten echt tussen de wilde honden in. Ze lopen om de jeep heen en trekken zich totaal niets van ons aan.

De koffie- en de lunchpauze stappen we uit. De lunch smaakt ons zo waar. Door het bloedhete weer eten we nauwelijks.

De natuur in Selous is prachtig. Ook hier heerlijk rustig. We zijn gelijk vertrokken met een andere safari-jeep, maar je komt elkaar verder nauwelijks tegen. We hebben al veel giraffes, impala’s, olifanten en zebra’s gezien. Maar het blijft prachtig. De giraf die een paar meter van je vandaan in een soort van zweefgalop wegspurt. We komen heel dicht bij de dieren. Als bijna-laatste rijden we vlak bij een enorme kudde olifanten, die in de schaduw staan de rusten, de baby’s in het midden. En als laatste zien we een gevecht op leven en dood tussen twee impalabokken. De wijfjeskudde komt erbij, maar ze kunnen niet meevechten. De winnaar zal de wijfjes krijgen.

Het was een prachtige off-road gamedrive.

We zijn rond half vier weer terug. Tijd genoeg om te relaxen. Er is geen internet, dus alleen het verhaaltje typen! Ik heb inmiddels drie redacteuren ‘ in dienst’….

Plons

Zondag 9 maart Plons….

Ik was heel vroeg wakker en heb in de stilte van de ochtend het verhaal getypt van 5 maart.

Fred ligt nog heel vast te slapen, hopelijk is hij opgeknapt.

Ik ga vanochtend in mijn eentje een culturele excursie doen. Simon en Marja blijven lekker relaxen. Ik heb gisteren wel goed nagevraagd of het veilig is om helemaal alleen als vrouw mee te gaan. We rijden in een jeep naar een dorpje, een kwartier verderop. De gids vertelt mij van alles over het dagelijks leven in het dorp.

Er wonen 5000 mensen, maar toch is het heel rustig, ik zou zeggen dat er maar 50 mensen wonen. Ik geniet op en top en ben heel blij dat ik dit allemaal mag zien.

De mensen willen niet gefotografeerd worden. De kinderen willen wel, maar moeders komen ze gauw weghalen. Ook als ik ze wil betalen willen ze dat niet. Oke. No probleem, hakuna matata. Ik ben te gast hier, dus dan moet je je ook aan de regels houden. Een mevrouw wenkte mij, want ze wilde graag met mij kaartspelen. Niet voor een vergoeding, gewoon voor plezier. Zij reikt mij een totaal doorgesleten spel kaarten aan en ik snap al snel de regels van het spel. Zij kijkt beteuterd als ik veel slagen van haar afpik, maar uiteindelijk vind ze dat ze gewonnen heeft.

Daarna gauw de schaduw opzoeken en naar het zwembad voor een heerlijk plonsje en een paar slaapjes op een schaduwrijk bedje. Het begint in de middag te regenen en af en toe te onweren.

Om half vijf worden we opgehaald voor een bootsafari. We gaan weer 10 minuutjes met de terreinwagen en dan 2 uurtjes varen op de Rumbiji rivier, Een erg brede, snel stromende rivier. We zien een flinke krokokil op de kant die zich vlak voor onze boot in het water laat glijden. Plons! Ik griezel bij de gedachte dat zo een beest onder ons kleine smalle bootje kan zwemmen, maar kennelijk ben ik de enige. We zien nog een prachtige Afrikaanse visarend en piepkleine ijsvogeltjes die aan het vissen zijn, honingeters; hele mooi gekleurde vogels die gaten in de 10 meter hoge zandbak hebben gemaakt, en wevers. De nijlpaarden knorren om oms heen. Het is heerlijk in de boot met een lekker briesje.

Nu heerlijk gedoucht. Er is weer water. Tussen tien en vier uur is er geen water in het huisje. Het is een gezellig hutje van leem en riet. Simon en Marja komen er aan en we gaan lekker eten!

Eindeloos

Charles, de chauffeur was weer keurig op tijd, als we naar de ontbijtruimte lopen staat de Landrover al klaar voor een lange reis naar Selous Safari kamp in het Zuidoosten van Tanzania. We laten de bagage bij de auto achter en Charles klimt op de motorkap, die beplaat is met traanplaat, om alles op het dak onder een zeil goed vast te binden.

We draaien de hoofdweg op. Deze weg gaat dwars door het Nationaal Park en er rijden veel vrachtwagens. Dit is nl. vanuit deze regio de enige verbindingsweg naar o.a. Zambia en Oeganda. De chauffeurs mogen maar 30 km rijden en mogen nergens stoppen. Wij wel. Opeens schiet onze chauffeur dan ook naar de kant. Lion, lion, lion. Tsja Marja wilde graag nog eens een mannetje zien of een aantal leeuwen bij elkaar zien. . En ook nu wordt ze op haar wenken bediend. Een grote leeuw ligt pal naast de weg. Wauw, vlakbij!. Ongelooflijk dat Charles hem zag liggen. Wij waren ons aan het voorbereiden op een zeer lange reis en waren niet aan het spotten. We houden ons adem in van opwinding. De camera’s worden gepakt. Klk, klik, klik. En ja hoor, een paar meter naar links liggen nog twee leeuwen te soezen: een leeuw en een leeuwin. Vlak langs de weg, maar toch goed gecamoufleerd. Alles moet op de foto: klik, klik, klik. We willen bijna aangeven dat het OK is en dat we weer door kunnen. Maar dan staat de leeuw traag op, rekt zich verveeld uit en gaat maar eens aan de slag: hij kruipt boven op het vrouwtje en we maken een paring van dichtbij mee. Inmiddels zijn er natuurlijk nog meer auto’s stil gaan staan en het is een gejuich van jewelste. Na een halve minuut is het genoeg voor de leeuw en hij ploft weer neer.

We kunnen ons geluk niet op. Wat een avontuur!

Maar dan moeten we echt door. We rijden weer naar Morogoro. Dit is nu een asfaltweg, maar 10 jaar geleden duurde het een dag om vanuit Mikumi naar Morogoro te rijden. En dan een dag naar Selous. We rijden in ongeveer 2,5 uur naar Mogogoro. Een paar meter voor de plas- en tankstop horen en voelen we een flinke knal. Er is een motorfiets achter op de Landrover gereden. De bestuurder heeft een beenwond en zijn motor heeft zo te zien veel schade. Charles stapt uit. Hij is een forse man en maakt duidelijk dat je met hem niet moet sollen. Hij straalt direct veel autoriteit uit. Hij laat aan iemand zijn telefoonnummer achter en hij mag gewoon gaan tanken en (pfff gelukkig) kan ik eindelijk plassen achter het tankstation. Charles moet daarna bij het politiestation zijn neus laten zien. Er wordt even een handje geschud en beleefdheden uitgewisseld. Ik verbaas me erover, want hij is met hooguit twee minuten klaar en mag zonder verdere administratie weer door.

Vanaf Morogoro houdt het asfalt op. We zijn nog lang niet op een kwart van de reisafstand, dus dat wordt afzien. De weg is niet slecht, maar heel slecht. Soms ziet de weg eruit als een drooggevallen rivierbedding.

We rijden langzaam het tropisch regenwoud in en klimmen gestaag. Onderweg wordt even gestopt. Charles wil vanmiddag mango voor ons klaar maken. Hij keurt het fruit wat het jongetje hem door zijn raampje aanbiedt grommend en laat hem andere brengen.

Ach, de kindjes zien er zo vertederend uit. Wat een koppies! Haveloos en stoffig. Ik vraag Charles wat de bananen zouden moeten kosten. Hij keurt ze weer en geeft aan dat ze 200 shilling per stuk moeten kosten. (8 cent). Voor de tros is dat 1000 shilling (40 cent). Ik troggel bij Fred wat geld uit zijn portemonnee, die als penningmeester alle uitgaves keurig bijhoudt. Ik geef het jochie 2000. Zijn broertje geef ik 500. Ze zetten grote ogen op en ik zie dat ze de handel willen afsluiten met een hand. Ik geef de stoffige knuistjes een hand (de mijne is ook niet zo schoon meer). Gelukkig heb ik een flesje ontsmettingsalcohol bij de hand.

Bovenop de berg stoppen we voor de lunch. Het is bloedheet en trek hebben we niet. De mango eten we wel en wat smaakt die lekker, de bananen zijn ook heerlijk.

Ik loop samen met Fred een klein stukje verder naar het toilet met weids panoramisch uitzicht. Wildplassen met uitzicht! Het is echter in de volle zon en Fred was sowieso al flink beroerd, gaat bijna tegen de vlakte. Hij gaat gauw in de auto zitten. Hij heeft koorts en wordt door mij gelijk op rantsoen gezet van 4dd 1000 mg paracetamol. Een kuur immodium, ORS en ibuprofen als tussendoortje. Hij trekt weer een klein beetje bij. Maar de rit is echt vervelend voor hem verder. Het is een flink gehobbel.

Aan het eind van de middag stopt Charles in een soort van plaatsje om iets te regelen. Hij moet nl. na deze enorme reis gelijk weer door. We staan stil voor een koopman, er staat een grote bak met rijst. Dat hadden we nog nodig! Antoinette heeft twee ‘ beanbags’ voor ons gemaakt om ter plaatse te vullen zodat we de lenzen goed kunnen ondersteunen. Ik had in Stone Town al wat gekocht, maar het was daar zo gruwelijk heet dat ik geen zin had om de hele dag met 3 kilo rijst rond te sjouwen. Ik besloot toen om 1 zak met elkaar te delen. Simon stapt stoer uit. Alsof hij dagelijks uitstapt uit een Landrover op een markt waar nooit een blanke komt om inkopen te doen. De kooplui komen gelijk met bananen aanstormen en zijn heel verbaasd dat Simon rijst wil. Hij vraagt anderhalve kilo. Maar als we dat vergelijken met mijn gevulde beanbag is dat toch veel minder. Hij beeldt een weegschaal uit met in de ene hand mijn bonenzak en in de andere de rijst van de koopman. Ze moeten heel erg hard lachen en begrijpen hem! Met een nieuwe voorraad gaan we verder.

Onderweg worden we door kinderen nagerend en veel mensen zwaaien vriendelijk naar ons. Een auto op deze weg is al een bezienswaardigheid, laat staan een auto met 4 vier Europeanen erin.

We zien heel veel Masai aan deze kant van de berg die allemaal met kuddes lopen en bij de riviertjes de kuddes laten drinken. . Foto’s nemen wordt niet op prijs gesteld. Maar ik kan het niet nalaten om een paar stiekem te maken. Ze zijn naar de markt geweest om vee te kopen en lopen helemaal naar Morogoro om het vee weer te verkopen.

Het lijkt eindeloos, maar dan komen we bij de toegangspoort van Selous. He he, we zijn er bijna???

Nou nee, we moeten eerst nog 75 km naar de andere kant .

Zodra we het hek door zijn staat een machtige olifantenstier midden op de weg naar ons te kijken. De weg is van het prachtige rood, waar je Afrika van kent. In het laatste middaglicht is het een plaatje!. Geen foto’s, dat lukte niet.

Aan het eind van de dag, vlak voor donker zijn we er. Onze chauffeur geven we een flinke tip. Hij moet nog een heel eind verder rijden. Eigenlijk geen doen, na zo een monsterrit van vandaag.

Fred is hartstikke ziek zijn bed in gegaan. We hebben met zijn drieen gegeten en nog even wat gedronken bij het kampvuur

Leeuw op bestelling

Leeuw op bestelling!

Vandaag gaan we een gamedrive van een hele dag in Mikumi NP doen. De chauffeur is keurig op tijd, om half acht vertrekken we. Simon en Marja hebben tijdens de reis in Zuid-Afrika geen leeuwen gezien. Wij hebben er toen best veel gezien. Je moet echt gewoon geluk hebben. Het zou leuk zijn als we vandaag een leeuw zouden kunnen zien. Onze chauffeur haalt ons daarom extra vroeg op, want hij gaat zijn best doen en heeft informatie ingewonnen waar we het beste kunnen gamedriven.

Wat is dit gebied toch mooi! Het gras is soms meters hoog, daar zitten waarschijnlijk de leeuwen, maar die kunnen we niet zien. Op andere plekken is het kort gegraasd door de graseters. Er is voedsel en water in overvloed hier.

Gelukkig is het vandaag minder warm en ook half bewolkt. Dat is voor de foto’s wel prettig. Midden op de dag is het in de volle zon niet geschikt om mooie foto’s te maken.

We rijden naar de ‘ hippopool’. In deze grote poel rusten overdag de nijlpaarden uit na hun nachtelijke tocht. Gisteren is rond deze poel een leeuw gezien. Charles doet enorm zijn best. Hij mag hier niet off road, maar neemt toch wel de hele kleine paadjes. Geen enkele andere safarijeep te zien. We zien helaas geen leeuw. We rijden rustig verder over behoorlijk lastige paadjes. De Landrover doet het prima. We worden flink door elkaar geschud. We zien weer veel olifanten. Prachtig dichtbij. We zitten een beetje te geiten met elkaar dat het toch wel leuk zou zijn als de leeuw zich voor ons zou laten zien. Plotseling trekt de chauffeur met een flinke vaart op. Lion, lion, in the tree!

En ja hoor, daar zit een enorme leeuwin in de boom vlak voor ons. De camera’s klikken. Simon en ik doen ons best, want het is lastig om de leeuw in het donkere gebladerte toch goed belicht te krijgen. En nu moet het wel in een keer goed. Klik, klik, klik….

De leeuw klimt uiteindelijk heel voorzichtig uit de boom en loopt een paar meter verder een bosje in. Onmiddellijk is ze helemaal aan het zicht onttrokken. Zo moeilijk is het om hier de leeuw te kunnen zien. Wij zijn heel erg gelukkig zo met zijn viertjes.

De jeep rijdt weer verder en na een tijdje beginnen we weer te geiten dat het leuk zou zijn als we olifanten in een modderpoel zouden zien. Nou, een paar minuten later was het gewoon zo ver. Een grote poel en heel omzichtig gaan de olifanten er naar toe. Ze drinken met zijn allen. En de twee kleintjes gaan lekker het water in voor een modderbad. Moeder blijft op de kant om roofdieren en krokodillen in het oog te kunnen houden. Wat een dag!

De gamedrive gaat verder de rest van de dag en elke olifant, giraffe, zebra, gnoe, impala, wrattenzwijn blijft leuk om te zien. Op een bepaald moment staan we stil en als we uitkijken over de enorme uitgestrekte savanne zien we oost, west, zuid, noord rondom kuddes olifanten. Het aantal varieert tussen de 12 en 20 per kudde. Maar aan het eind van de middag zijn we toch flink moe en is het op de terugweg heel moeilijk om de ogen open te houden.

Langs de weg moet voorzichtig worden gereden. Een enorme groep bavianen zit langs de weg. Ik hou helemaal niet van bavianen. Gelukkig zijn ze niet brutaal en blijven ze rustig zitten. En af en toe scharrelt een impala langs de weg.

Gauw lekker opfrissen en wat relaxen.